Als mensen last hebben van b.v. allergie, overgewicht, diabetes, fibromyalgie, osteoporose, artrose, multiple sclerose, colitis ulcerosa, ziekte van Crohn of kanker, horen we ze vaak zeggen: “dat zit in de familie” en “mijn moeder en twee ooms hadden het ook”. Hiermee duiden ze op het idee dat het in hun genen zit en dat ze er dus niets aan kunnen doen. Genen zijn toch immers een vaststaand gegeven?

Op dit moment wordt binnen de wetenschap steeds meer onderzoek naar gene silencing gedaan. Hiermee is de klassieke erfelijkheidsleer ter discussie komen te staan. Het blijkt dat genen niet altijd op dezelfde manier tot expressie komen. Ze kunnen worden aan- of juist uitgezet door omgevingsfactoren (epigenetica).

Het betekent dat veel ziektebeelden helemaal niet zo erfelijk bepaald zijn als we denken. Ze worden grotendeels bepaald door ons gedrag en dat van onze ouders en grootouders. Bij gedrag moet je denken aan voedings- beweeg- en leefgedrag in de breedste zin van het woord.

In ons dagelijks taalgebruik noemen we de hierboven genoemde ziektebeelden ook wel degeneratieve ziektebeelden. De – genen betekent “van je genen afgaan”. Door genen die uit horen te staan m.b.v. omgevingsfactoren te activeren, ga je van je genen af. Om de gezondheid te herstellen hoor je weer terug te gaan naar dat wat bij je genen past. Dan krijg je regeneratie ofwel herstel. Het hanteren van de juiste voeding, beweging en leefstijl zijn essentieel om dit te bereiken. Voedingssupplementen zoals vitamines en mineralen zijn hierbij vaak in hogere dosering nodig om de grote tekorten weer aan te kunnen vullen in een relatief korte tijd.